Anatomie van de Blauwe Brabanders

0
49

Door John Simons, uitg. Lycka till Förlag, formaat 26,8 x 21,3 cm (liggend), 84 blz., 7 zw/w- en 13 kleurenfoto’s, 43 overige afbeeldingen, hardcover, ISBN 978-9-4920-4071-8, € 39,90.

In 1908 stelde de Noord-Brabantsch-Duitsche Spoorweg-Maatschappij (NBDS) een geheel nieuw type sneltreinlocomotief in Nederland in dienst: de 2’C-locs, serie 30-36. Een gewaagde onderneming voor een kleine spoorwegmaatschappij die het niet zo breed had. De NBDS had de locs nodig voor de steeds zwaarder wordende sneltreinen van Duitsland naar Vlissingen die aansloten op de mailboten van en naar Engeland. De auteur beschrijft uitvoerig de totstandkoming van de locs. Omdat het spoor en enkele bruggen niet zo sterk waren, moest de asdruk zo laag mogelijk zijn. Om dit te bereiken, werden bij de locs, besteld bij Beyer Peacock, diverse concessies gedaan, zoals per wiel één spaak minder. Ook de binnenliggende cilinders droegen bij tot een lager gewicht en zorgden voor een rustige loop. Het dunner maken van de frameplaten bleek op den duur geen goed idee te zijn: na verloop van tijd – zeker in de NS-tijd als serie 3500 – ontstonden er scheuren. Bijzonder zijn de diverse foto’s uit het begin van de vorige eeuw die met speciale software zijn ingekleurd. De schrijver heeft veel informatie verkregen uit de musea in Manchester en York. Daar komen ook tekeningen, onder ander in 3D, vandaan. Helaas is van deze fraaie machines niets bewaard gebleven, de laatste is in 1946 afgevoerd. Wel is er een fraai 1:10-model, gemaakt door de heer C.J. Honig, te zien in het Modellenmagazijn van het Spoorwegmuseum. Het werk sluit af met de NBDS 1’D-goederentreinlocs 118 en 119 (NS 4500).

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in